Persoonlijkheidsstoornis
Ieder mens heeft bepaalde persoonlijkheidskenmerken of karaktertrekken. Dat zijn min of meer vaste patronen van gedrag, denken en voelen die in veel situaties herkenbaar zijn. Dergelijke patronen zijn dikwijls vroeg in het leven al zichtbaar en worden meestal toegeschreven aan een combinatie van temperament en omgevingsfactoren.
Wanneer er daarbij sprake is van starheid of gemis aan flexibiliteit waardoor de persoonlijkheidstrekken niet meer aangepast zijn aan de situatie of aan de omgeving, is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Het is van belang om hierbij te bedenken dat er geen duidelijke grens gesteld kan worden tussen wat normaal en wat gestoord genoemd moet worden. Dit wordt mede bepaald door de vraag wat verwacht wordt van iemand binnen de cultuur waar die persoon uit komt. Als het binnen die cultuur afwijkt van de verwachtingen en dat uit zich op een breed terrein van persoonlijke en sociale situaties, is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Persoonlijkheidsproblematiek is meestal langdurig en kan zowel bij de persoon zelf, als bij de omgeving veel lijden veroorzaken.
Van een persoonlijkheidsstoornis wordt gesproken wanneer iemand ten gevolge van zijn persoonlijke eigenschappen niet redelijk kan functioneren in verschillende sociale situaties. Denk bij dit laatste aan familie- en vriendschappelijke relaties en aan werk of studie. Dit ‘niet functioneren’ heeft te maken met de manier waarop iemand denkt over zichzelf en de wereld om hem heen, hoe hij zich voelt en hoe hij omgaat met zijn emoties en impulsen. Voor het stellen van die diagnose ‘persoonlijkheidsstoornis’ is het nodig dat iemand de volwassen leeftijd bereikt heeft en dat het patroon van niet-functioneren zich al lange tijd en op dezelfde manier voordoet.
Er zijn drie hoofdgroepen van persoonlijkheidsstoornissen:
- Mensen die meestal een geïsoleerd en teruggetrokken bestaan leiden en vaak vreemd en zonderling gedrag vertonen. Onder deze groep vallen de paranoïde, de schizoïde en de schizotypische persoonlijkheidsstoornis.
- Mensen die vaak grillig en emotioneel reageren op de dingen die gebeuren en op de mensen om hen heen. Daardoor komen ze vaak nogal op de voorgrond te staan. Door de omgeving worden deze mensen vaak als moeilijk ervaren. In deze groep vind je de mensen met een antisociale, borderline, theatrale of narcistische persoonlijkheidsstoornis.
- Mensen die overmatig angstig en onzeker door het leven gaan. Ze zijn vaak geremd en geneigd zich aan te passen aan anderen. Onder deze groep vallen de ontwijkende, de afhankelijke en de obsessieve-compulsieve (dwangmatige) persoonlijkheidsstoornis.
Borderlinestoornis
Mensen met een borderlinestoornis hebben vaak te kampen met instabiele relaties. Nu eens is iemand alles, dan weer helemaal niets. Vaak is er sprake van een geschiedenis van verbroken relaties. Ze zijn onzeker over wie ze zijn. Soms voelen ze zich sterk, maar bij een (voor anderen ogenschijnlijk geringe) tegenslag zijn ze helemaal van de kaart en voelen ze zich van iedereen verlaten.
Ze hebben het gevoel op niemand aan te kunnen. Tegelijk kunnen ze niet alleen zijn. Ze zijn dan onrustig en angst overvalt hen. De ervaring van lichamelijke pijn kan hen op zulke momenten doen beseffen dat ze nog bestaan. Dan beschadigen ze zichzelf. Soms is fysieke pijn beter te verdragen dan de pijn verlaten te zijn of niet te weten wie je bent. Ze raken de draad kwijt als hen gevraagd wordt zichzelf te beschrijven. Beelden van zichzelf en herinneringen aan anderen houden ze niet goed vast. Het lukt niet goed om tegengestelde gevoelens als liefde en boosheid, vertrouwen en behoedzaamheid bij elkaar te brengen. Het is bij hen alles of niets.
Kenmerkend is een chronisch gevoel van leegte. Het is dan net of ze niemand meer zijn, alsof alle grond onder hen wegvalt. Dat is een moeilijk te omschrijven ervaring. Mensen die lijden aan een borderlinestoornis hebben trouwens sowieso grote moeite om te verwoorden wat er in hen omgaat. Ze kunnen wel in een waterval van woorden hun woede en teleurstelling uiten en ze kunnen wel anderen aanklagen, maar het is bijvoorbeeld heel moeilijk om zeggen dat ze bang zijn voor een intiem contact én er tegelijkertijd naar verlangen. Wanneer iemand te dichtbij komt, hebben ze het gevoel dat er niets van hen overblijft. Ze raken zichzelf kwijt. Om zichzelf te herpakken, stoten ze iemand dan hard van zich af. Ze leven voortdurend in een crisisachtige toestand.
Mensen met een borderlinestoornis hebben jarenlang last van dit soort klachten. Ze worden voortdurend heen en weer geslingerd tussen de hoop op een contact dat alles goed zal maken en de ervaring van teleurstelling. In zekere zin gaat het om ervaringen die we allemaal wel kennen, alleen het is veel heftiger.